Recensie: Ann De Craemer – Vurige tong
‘Zwijgt en doe voort’
De katholieke kerk krijgt ongenadig op haar sodemieter van Ann De Craemer in de autobiografische ‘vertelling’ Vurige tong. Opmerkelijk, omdat ik dacht dat er in de Vlaamse literatuur al genoeg afrekeningen waren geweest. Is het nodig om na Walschap, Boon en Claus nogmaals de katholieke kerk te hekelen? De Craemer vond van wel.
De Craemer komt uit het plaatsje Tielt. Een klein plaatsje met stadse allures. ‘We hebben Zeeman, Kruidvat, sinds een paar jaar Hunkemöller en zelfs Hema, en daarom geloven mijn dorpsgenoten dat Tielt de aanstormende metropool van West-Vlaanderen is.’ Tegelijkertijd is Tielt nog een ouderwets kathliek bastion, maar wel een bastion waarin scheuren komen na alle schandalen rond seksueel misbruik, waarbij ook geestelijken uit Tielt betrokken waren. Of ze waren dader of ze probeerden de schandalen in de doofpot te stoppen. De houding van de plaatselijke bevolking is die van een slaafse hond: ‘zwijgt en doe voort’. De Craemer verzet zich tegen die houding en zwijgen doet ze zeker niet.
De dood van haar tante Denise zet de woede-aanval die een boek lang duurt in gang. Denise is ooit toegetreden tot de kerk, niet zozeer omdat ze dat zelf wilde, maar omdat haar moeder op haar sterfbed haar daartoe dwong. Daarmee gaf ze haar eigen vrije leven op. De Craemer gaat vervolgens haar eigen leven na en de strijd die ze heeft moeten voeren met het geloof. Als kind is ze zelf nog keurig gelovig, hoewel de juffrouwen van de katholieke school soms monsters zijn. Zoals juffrouw Christiane die haar niet naar de wc laat gaan, zodat ze op de vloer plast. Als het ontdekt wordt, krijgt ze straf. Met de stoel boven haar hoofd moet ze de pauze afwachten. ‘De onderkant van de stoel mag een klein beetje op mijn hoofd rusten; mijn misdaad is niet groot genoeg om me helemaal te martelen.’ Haar ouders berusten in de medogenloze straf. ‘En ze hadden braaf gezwegen, want braaf zijn kwam er precies op neer dat je niet te vaak je gedachten moet uitspreken, of zelfs helemaal niet, want de grootste ongehoorzaamheid uit zich in woorden: hoe mondiger, hoe zondiger.’
Zo ontleedt De Craemer langzaam maar doeltreffend dat dorpsleven dat in het teken staat van de wijwaterkwast. In vergelijking met een boek als Dorsvloer vol confetti van Franca Treur is dit een veel harder en directer boek. Vurige tong heeft de scherpte van een aanklacht. Maar hoezeer De Craemer haar plaatsgenoten ook hekelt, ze blijft toch een voorliefde houden voor Tielt. Dat blijkt als ze naar Brussel verhuist en als journalist aan de slag kan. Dan mist ze toch haar eigen stad, die hoe kleinsteeds dan ook, altijd beter is dan Brussel met haar poeha. ‘Mijn laatste stuiptrekking van dorpskleinheid was te geloven dat ik groter zou worden door naar de grote stad te verhuizen.’
De harde stijl van De Craemer spreekt mij aan. Ze formuleert goed en weet je bij de les te houden. Ik weet niet of deze vertelling meteen een groot publiek zal krijgen, daarvoor is het boek misschien te rauw en te strijdvaardig. Als De Craemer dit verhaal in een roman had gegoten en meer gefictionaliseerd had, dan zou dat wellicht anders zijn geweest. Ik heb er desalniettemin van genoten en ben zeer benieuwd naar een volgend boek. De literaire kanonnen uit de eerste alinea kunnen nog wel eens een vrouwelijke opvolger krijgen.
Coen Peppelenbos
Ann De Craemer – Vurige tong. De Bezige Bij Antwerpen, 192 blz. €19,95. (hardcover)
Hallo Coen,
twee dingen: Je schrijft \”Opmerkelijk, omdat ik dacht dat er in de Vlaamse literatuur al genoeg afrekeningen waren geweest. Is het nodig om na Walschap, Boon en Claus nogmaals de katholieke kerk te hekelen? De Craemer vond van wel\”
Dan kun je je ook afvragen of er na \”Romeo en Julia\” nog wel liefdesverhalen moeten worden geschreven, bijvoorbeeld…
En het is \”ontleedt\” en niet \”ontleed\” in dit geval.
Dank voor de foutaanduiding. Is verbeterd.
Liefde en afrekeningen met de katholieke kerk zie ik toch als twee verschillende grootheden. Het ene is een algemeen menselijk thema. Het tweede is een specifiek maatschappelijk thema. Dat het boek van De Craemer een aanvulling is, poogt deze recensie toch juist te betogen?
Ja, dat wel, zeker. Maar als anderen over een thema, welk dan ook, schreven, dan is zo\’n thema niet meteen \”op\”, bedoel ik maar.
Ik geloof ook niet dat ik dat stel.
Heren, u hebt allebei gelijk. Een thema is nooit \”op\”, maar mijn eerste reactie bij het lezen van de \”Vurige tong\”-blurb was ook: dear God, houdt dit nooit op? Hoeveel Vlaamse generaties gaan er zich zo NOG afzetten tegen het katholicisme?
Het blijft nodig, helaas: elke generatie brengt weer z\’n percentage oogkleppendragers mee, dus hebben we weer mensen nodig om die oogkleppen af te rukken.
Wat Ann beschrijft over die kerk heb ik in de jaren 50-60 aan de lijve ondervonden in mijn Westvlaams dorp. Het is goed, al heeft Claus en anderen het al voorgedaan, om dit voor onze kinderen levendig te houden. Ik heb ook tante nonnen gehad en een moeder voor wie alleen de \’pasters\’ en de nonnen telde. Ze zat trouwens alle dagen in de kerk. Mijn adrenaline-gehalte gaat telkens weer omhoog als ik er aan denk hoe die \’pasters\’ het voor het zeggen hadden. En wij, domme kloten, geloofden dit allemaal. Goed maar dat die pedofiel van Brugge de mensen hun oogkleppen al wat heeft afgenomen. Wat ik met die \’pasters\’ en \’kaloten\’ heb meegemaakt zou ik gemakkelijk in twee boeken kwijt geraken. Wat ik niet begrijp is dat die Heer Breukers nog durft gewagen van een afrekening, en appels met peren vergelijkt. Ik begrijp helemaal niet wat Romeo daar komt doen. Maar ja, met kaloten valt er gewoon niet te praten, ze proberen altijd gelijk te hebben.