Ruzie op de galerij

Jaren geleden maakte Frans Bromet de legendarische tv-reeks ‘Buren’. Volstrekt in harmonie levende buurtgenoten konden binnen de kortste keren veranderen in gezworen vijanden. Een slap aftreksel van die buurtgebonden twisten vind je nog bij ‘De rijdende rechter’. In de roman Van de buren niets dan goeds van Flip Willemsen duik je midden in de controverse.

Sabine (55) heeft twee buurmannen op haar deel kant van een galerij van een flat: de 39-jarige homosekueel Boris en de 52-jarige Ed, duikinstructeur en voormalig acteur. Het samenwonen gaat buiten gewoon goed. Er zijn wel onderlinge strubbelingen, maar ze komen bij elkaar over de vloer en ze gaan zelfs gezamenlijk op vakantie. Pas als blijkt dat Boris iets heeft doorverteld wat Sabine in goed vertrouwen over haar verleden heeft gezegd, slaan de stoppen door en begint er een slopend conflict met kleine pesterijen, negeren en uiteindelijk bedreigingen.

Het lukt Willemsen om zo’n burenruzie honderdvijftig pagina’s lang interessant te houden. Ze geeft de hoofdpersonages genoeg psychologische diepgang mee, van een getraumatiseerd verleden, een wankel heden (Boris is schuldhulpverlener die zelf schulden maakt) tot een gefnuikte carrière, waardoor je hun onderlinge ergernissen begrijpt. Alleen Ed blijft van het begin tot het einde een onaangenaam persoon.

Maar de echte kracht van deze roman is de humor. Willemsen gebruikt het middel van de herhaling; telkens als Boris moet parkeren, helpen zijn buren hem met aanwijzingen, met ook steeds dezelfde grappen. De dialogen zijn licht absurdistisch. Op zinsniveau weet Willemsen steeds te verrassen door een gewone mededeling te laten ontsporen.

Hij noemde haar Saab, naar zijn lievelingsauto waarvan het dashboard was ingericht als in een straaljagercockpit.

Ze zaten voor haar deur en waren nog maar net aan het eten toen Ed ineens vertelde dat hij zich drie keer per dag aftrok.

In de weekends reden ze naar de kinderboerderij met de kippen en de geiten en het terras op het gras, waar ze pannenkoeken aten aan de schragentafel met het bonte zeil met fruitdessin; appels, peren, bananen, sinaasappels, kersen, terwijl ze om de beurt met een krant de wespen wegsloegen.

Overal waar hij werkte, werd hij geprezen om zijn contactuele eigenschappen, en hij had er het figuur voor, al zei hij het zelf.

Van de buren niets dan goeds deed me denken aan de beste verhalen van Helga Ruebsamen. Hetzelfde mededogen met ‘gewone’ mensen en dezelfde mengeling van melancholie en zwarte humor. Deze goed geschreven tragikomische vertelling smaakt naar meer.

Coen Peppelenbos

Flip Willemsen – Van de buren niets dan goeds. Compaan, Maassluis. 160 blz. €17,90