Recensie: Susin Nielsen – Wij zijn allemaal moleculen
Bekentenissen van een hoogbegaafde puber
De veertienjarige Stewart zag de gelijkzijdige driehoek, bestaande uit hemzelf en zijn ouders in elkaar zakken toen zijn moeder aan kanker stierf: ‘Mama was de basis die de hele constructie overeind hield. Toen we haar verloren, zakten de twee andere zijden gewoon in.’ Stewart dient het overlijden van zijn moeder een plaats te geven in zijn leven, wat de auteur in gevoelige scènes weet te vatten, zonder overdreven sentimenteel te worden. Het is voor de hoogbegaafde, maar sociaal onhandige puber dan ook geen sinecure als hij met z’n vader bij diens nieuwe vriendin Caroline moet intrekken. Vooral het gedrag van Carolines dochter, de recalcitrante Ashley, werkt Stewart danig op de zenuwen.
Hoewel Stewart een sterk observator blijkt, overtuigt de door wiskunde en techniek geobsedeerde puber niet geheel als round character. Daarvoor herleidt Nielsen hem te sterk tot prototype van de hoogbegaafde jongere. In een alternerende verhaallijn biedt Ashley haar – compleet tegenovergestelde – visie op de feiten. Zij wordt te duidelijk als Stewarts leeghoofdige antagoniste opgevoerd, prototype ‘populaire maar egocentrische beauty queen’. Ashley lijdt onder de echtscheiding van haar ouders en blijft haar vaders homoseksualiteit tegenover de buitenwereld verzwijgen. In de stereotype karakterisering klinkt de stem van de volwassen auteur sterk door, wat mede tot ongenuanceerde en weinig authentieke personages leidt. Het doet allemaal geforceerd aan, net zoals de zogenaamd gevatte dialogen, die in feite vooral bedachte papieren gesprekken zijn. Nielsen hanteert een ongedwongen vertelritme, met weinig stilistische uitdaging. Zo creëert ze een vlot weglezend verhaaltje, dat echter nergens echt beklijft. Slechts een enkel humoristisch intermezzo, meestal bij monde van Stuart, kan overtuigen.
Aanvankelijk focust Nielsen in enkele verhaallijnen op de moeilijkheden van het nieuw samengestelde gezin. De benadering van deze potentieel problematische thematiek, in combinatie met taboe-onderwerpen als homoseksualiteit, echtscheiding en pestgedrag blijft sterk aan de oppervlakte. Wanneer het geheel in een voortkabbelend verhaaltje dreigt te verzanden, integreert Nielsen de nodige dosis liefdesperikelen, want dat onderwerp blijft het goed doen in dit soort literatuur. Ashley is volledig buiten zichzelf wanneer Jared, de bink van de school, een oogje op haar heeft. Als mister popular echter niet Ashleys droomdate is en haar grootste geheim aan het licht komt, blijkt Stewart haar reddende engel. Hoewel dit verhaalgegeven voor beide pubers onaangename consequenties meebrengt, heeft het tegelijkertijd een louterend effect, zodat zowel Stewart als Ashley cruciale stappen in hun volwassenwording zetten. Een nogal voorspelbare wending, die echter volledig in de doorzichtige verhaallijn past. Dat een Außenseiter via buitengewone prestaties makkelijker geaccepteerd wordt, maakt onderdeel uit van mening kinderboek, maar komt in een adolescentenroman ongeloofwaardig over.
In Wij zijn allemaal moleculen grossiert de Canadese Susin Nielsen al te makkelijk in de cliché-ingrediënten uit de adolescentenroman. Menig taboe-onderwerp passeert de revue, de flinterdunne karakters leren totaal voorspelbaar wijze lessen, het happy end is gegarandeerd. De boeiende invalshoek – onder het motto ‘bekentenissen van een hoogbegaafde puber’ – leidt niet tot een verrassende young adult. Wij zijn allemaal moleculen blijkt slechts een doorsnee-boekje; snel gelezen en zo weer vergeten.
Jürgen Peeters
Susin Nielsen – Wij zijn allemaal moleculen. Vertaald door Lydia Meeder. Lemniscaat, Rotterdam, 272 blz. € 15.95.