Omgekeerde wereld II

Als er niet al te veel gezwollen werken verschijnen dan slaagt uw inktslaaf er meestal wel in om jaarlijks, ahum, een klopje op de gezwollen borst, een boek of tweehonderd te verteren. Waar vroeger de dikke pil heerste – lekker Hollands: veel waar voor je geld – kiest de lezer steeds vaker voor romans van bescheidener omvang. Weinig tijd, het jachtige leven en zo.

Het verhaal moet de omvang dicteren, toch zijn er veel schrijvers die zich laten verleiden tot voor- dan wel nawoorden en onnodige extra lijnen. Mag het een onsje meer zijn? Liever niet, te veel uitleg doet altijd afbreuk. Er zijn boeken die gerust met een pagina of tweehonderd minder toe hadden gekund.

Een populaire Amerikaanse schrijfster valt zelfs te betrappen op het vrijelijk gebruiken van de historie. Tik op een zoekmachine het onderwerp in en je weet gelijk waar deze Sarah de mosterd vandaan heeft gehaald. Dergelijke boeken zweten van de geëtaleerde kennis. Het zijn Grote Wikipedia Werken.

Dit jaar blijkt het gemiddelde van de door uw inktslaaf tot vanochtend vroeg (7 uur 13) gelezen boeken uit 272 pagina’s te bestaan, toevalligerwijs net zo dik als zijn eigen Treurwegen en zijn Heimwee.

Er rijst een vraag. Zouden juryleden van literaire prijzen echt de pakweg vierhonderd inzendingen allemaal stuk voor stuk lezen, als magistraten die de dossiers slecht op hun merites beoordelen? Vrouwe Justitia is geblinddoekt, maar desondanks kan een veroordeling in de rechtbank zwaarder uitvallen als de edelachtbare ruzie heeft gehad met de partner of de kop van de aangeklaagde reeds bij binnenkomst wrevel opwekt.

Niets menselijks is ons vreemd en, in het geval van het literaire circuit, maakt onbekend doorgaans onbemind. Uitgevers, geldschieters en boekverkopers verslikken zich bij de huldiging niet voor niets in de drank wanneer een jury moed toont en een buitenstaander aan de haal gaat met de trofee. Er zijn nu eenmaal altijd ongeschreven wetten en alternatieve agenda’s.

Waarschijnlijker is dat, ook gezien het hoofdberoep van de meeste juryleden, men reeds een voorselectie heeft gemaakt. De boeken zijn veelvuldig besproken c.q. de auteur doet het goed in de media. Spraakmakend. Een goede verkoop straalt ook weer mooi af op de prijs zelf. Hooggeëerd publiek, u heeft er echt verstand van.

En dan is er nog de buitencategorie. Na een stevige borrel klapte een jurylid ooit uit de school: ‘Er zijn nu eenmaal schrijvers die je met goed fatsoen niet kunt passeren. Gevestigde auteurs, prijswinnaars.’

Niets nieuws. Tombola, tombola, tombola, op de wijze van Stromboli.

Uw inktslaaf vraagt vergeving voor dit moment van vertwijfeling. Hij gunt de literaire medemens graag het voordeel van de twijfel. Naar eer en geweten, en zo. Vast en zeker. Hij heeft er ook geen verstand van, zat nog nooit, behalve bij een dorpse amateur-verkiezing, in een jury en zal ook nooit worden gevraagd. De reglementen sluiten (ook kleine) uitgevers uit.

Daarom roept uw inktslaaf zelf een prijs in het leven: de Grote Inktslaaf Literatuurprijs (GIL). Binnenkort worden de jury en de nominaties bekend gemaakt.

Guus Bauer