Wij, die maar door moeten gaan

Het wordt inmidddels een traditie dat Van Oorschot in oktober een prachtig smal gebonden en gedundrukt boekje uitgeeft. Daartoe putten ze uit het fonds van collega-uitgevers. Na Simon Carmiggelt en Annie M.G. Schmidt is het dit jaar de beurt aan Marga Minco. Na de sterren, door de schrijfster zelf samengesteld, begint met ‘Een voetbad’, een zo op het oog wat aburd verhaal waarbij een man langs de deuren gaat en vrouwen een koud voetbad aanpraat. Aan het water voegt de man dan een merkwaardig poeder toe waardoor de afloop toch anders is dan je verwacht.

Na_de_sterrenHet verhaal lijkt de frivole opening te zijn van de rest van de bundel waarin, je verwacht haast niet anders bij Marga Minco, de Tweede Wereldoorlog centraal staat. Misschien moet je zeggen: de gevolgen van de oorlog, want meestal zijn de hoofdpersonen overlevenden die uit de onderduik terug zijn gekomen in de maatschappij om tot de ontdekking te komen dat de maatschappij niet zo heel blij is met teruggekeerde joden. In ‘Het adres’ gaat een jonge joodse vrouw langs bij mevrouw S. aan wie haar moeder al haar kostbaarheden ter bewaring heeft gegeven. Die spullen uit het ouderlijk huis zijn het enige wat nog rest van voor de oorlog, maar de deur wordt voor haar neus dichtgedaan. Later, als ze alleen de dochter van mevrouw S. treft, komt ze wel het huis binnen en ziet ze overal de voorwerpen van vroeger, die zonder de personen die erbij horen hun waarde lijken te verliezen. ‘Ik nam mij voor het adres te vergeten. Van alle dingen die ik vergeten moest zou dát me het gemakkelijkst vallen.’

Even aangrijpend is het verhaal ‘Terugkeer’ waarbij een echtpaar uit de onderduik is gekomen en thuisgekomen het huis bezet ziet door drie gezinnen. De man en de vrouw gaan in een ander stadje wonen en wachten tot hun kinderen ook terugkomen. ‘Ze kwamen niet terug. Ook de andere familieleden niet.’ Heimelijk gaat de man soms terug naar zijn oude buurt om tegen beter weten in nog iets terug te vinden van het verleden voor de oorlog. Tot hij op een van zijn tochten ontdekt dat zijn vrouw hetzelfde als hij doet.

‘Heb je er behoefte aan om alles terug te zien?”

‘Soms. Dan loop ik even over de Singel, door de straten van de binnenstad. Ik kijk naar huizen en blijf voor winkels staan.’

‘En je stelt je voor hoe het vroeger was?’

‘Ik probeer het te zien zoals het nu is.’

‘Waarom? Om te vergelijken?’

‘Omdat we teruggekomen zijn. Omdat alles gewoon doorgaat.’

Dezelfde thematiek komt tot leven in de kleine roman Een leeg huis, die volledig is opgenomen in deze bundel. Drie dagen, in 1945, 1947 en 1950, uit het leven van Sepha beschrijft Minco en de symboliek van het lege huis komt op verschillende manieren terug. Zo zit Sepha tijdens de oorlog ondergedoken in Amsterdam waarbij het huis van de buren volledig wordt gestript en van al het hout wordt ontdaan om op te stoken, totdat er alleen een façade overblijft. ‘Ik vraag me wel eens af wie er beter aan toe zijn, wij, die maar door moeten gaan, die maar moeten doen of er niets veranderd is, of zij die niet meer hoeven,’ zegt een lotgenoot. Het zijn dit soort zinnetjes waarbij de rillingen je over de rug lopen.

Coen Peppelenbos

Marga Minco – Na de sterren. Van Oorschot, Amsterdam. 312 blz. € 24,90.

Deze recensie verscheen in verkorte vorm eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 9 oktober 2015.

(foto: Marga Minco ontvangt Vijverberg-prijs in 1958, Anefo, CC BY-SA 3.0 NL)