Nero en Co

Toen ik nog een puber was – vlak na de Derde Punische Oorlog – spaarde ik nog strips. Mijn broer hield meer van realistische strips (Michel Vaillant) en strips met veel tekst (Kuifje), en ik meer van humoristische strips zoals Robbedoes en Kwabbernoot en Suske en Wiske. We lazen wel elkaars collectie, maar als mijn broer een strip geclaimd had, dan bleef ik ervan af. Dat bleef ook zo nadat we het ouderlijk huis uitgingen al kocht ik de complete Guust Flater bij die ten onrechte in zijn kamp zat en hij Asterix en Obelix.

Ik verzamelde ook Nero & Co, gemaakt door tekenaar Marc Sleen, die deze week op 93-jarige leeftijd overleed. Er zijn wel tien columns nodig om alle personages te beschrijven die in deze strip voorkomen: naast Nero heb je Meneer en Madam Pheip (madam rookt ook pijp), hun geadopteerde kinderen Petoetje en Petatje, hun eigen kind Clo-Clo met snor. Nero heeft een geniale zoon Adhemar en een vrouw die aan het eind van elk absurd avontuur wafels bakt. Er loopt ook nog een piraat met zwaardje te zwaaien.

nero-joepie-ik-ben-blank

Deze week haalde ik de strips weer van zolder. Hoewel Sleen me een lieve man leek en zijn liefde voor het continent Afrika en zijn bewoners oprecht was, zie ik ook dat de strips uit een andere tijd komen. De zwarte jongen Petoetje wordt nog aangesproken met ‘klein negerke’, een zwarte keizer is dolblij als hij blank wordt (dankzij een stukje zeep) ‘Ik mij nu als blanke kunnen gedragen. Ik op iedere kleurling kunnen neerkijken!’ Als Nero, Clo-Clo en Adhemar in De zweefbonbons gered worden door vier zwarte mannen in een bootje, dan zeggen de zwarte mannen verlekkerd met hun tong uit de mond: ‘Mjam’. Een van de mannen schrijft hun naam op. ‘Leergierig zijn ze, die primitieven,’ zegt Nero, maar even later blijkt dat de leergierige zwarte man zojuist een menu heeft opgesteld. Hoe blind heb ik deze strips dertig jaar geleden gelezen?

Dezelfde schaamte zal ons over tien jaar bevangen als we terugkijken op de volstrekt conservatieve Sinterklaasintochten in het noorden van het land. We zijn al verder in ons denken.

Coen Peppelenbos

Deze column stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 12 november 2016.